Mensen die
me een beetje kennen weten dat ik niet echt de opgeruimdste ben. We hebben wel
wat rommel en ik slaag er niet echt in dat altijd allemaal op de juiste plaats
te krijgen. Vooral als die spullen eigenlijk naar boven moeten, blijven die wel
eens in de gang plakken voor onbepaalde tijd.
Onze gang
is al niet zo bijzonder breed en doe er dus gerust nog een 20-30cm af, want
daar ligt wel wat spul dat eigenlijk ooit eens wegmoet en doe daar nog wat
fietsen bij. Met andere woorden, mekaar daar passeren is niet bepaald een
optie. Als mijn lieve schat zich in de gang bevindt, heb ik dan ook geen énkel
idee wat er zich aan de andere kant van hem afspeelt.
Zoals elke
morgen moet ik mijn mannen in gang zwengelen: kom uit je bed, sta nuuuu op, doe
voort, eet door, doe je schoenen aan... zoék ze dan!... standaard ochtendpraat
bij ons thuis. Gerard moeit zich pas op het moment dat hij klaar is, dan zou
Enzo klaar moeten staan. En zoals de meeste ochtenden is die dan zijn jas,
schoenen of weet ik wat anders nog eventjes aan het zoeken. De eerlijkheid
gebiedt me te zeggen dat mijn zoon het zoektalent van zijn vader heeft geërfd
en zijn schoenen amper vindt nadat hij er net over gestruikeld is. Hoe zo’n
kind er dan toch in slaagt het kleinste detail waar te nemen is me vaak een
raadsel... alhoewel, niet alles is even klein...
Zoals ik
dus zei, vanmorgen was niet anders. Enzo is eindelijk aangekleed en wordt al
naar de voordeur gestuurd om te vertrekken. Wij zoenen nog even als plots een
ijselijke kreet ons vanuit de gang bereikt, gevolgd door een huilbui om U tegen
te zeggen. We rennen naar de gang met het vermoeden dat Enzo zijn arm eraf
gevallen is en mijn schatje bereikt die eerder dan ik. Ook zoals eerder gezegd
heb ik geen idee wat er zich dan voorbij mijn echtgenoot afspeelt. Ik heb er
dus het raden naar wat er aan het gebeuren is als hij tegen me brult dat ik het
licht moet aandoen en Enzo snotterend iets probeert te communiceren. Je kent
dat wel : whubluwhoehoebiiiiiiiinnnnnn! Of tenminste, dat is toch wat ik
begreep.
Terwijl ik
het licht aandoe, doet Gerard zijn handschoenen aan en spurt naar de keuken.
Het is pas dan dat ik een blik in de gang kan werpen en besef wat er met mijn
kind aan de hand is: hij vond een monster in de gang...
Gevoelige lezers
lezen verder op eigen risico!
Het monster
waarvan sprake heeft een lijf van wel ruim 3 of 4 cm doorsnede en heeft zelfs
duidelijk zichtbare tanden, bijters, knijpers, of hoe heet dat? Het heeft veel
te veel poten om gezond te zijn en heeft een totale diameter met poten van
gemakkelijk 10 cm, als het er al geen 12 zijn. Zelfs in de catergorie gruwelijk
grote monsters, is dit een reus. Rustig zit het ons aan te loeren vanop zijn
plekje midden op de muur.
Gerard komt
terug met keukenrol en de melding dat hij dàt no way met blote handen pakt en
dan besef ik het pas echt. Deze gruwel, dit afschuwelijk monster gaat niet
rustig blijven zitten terwijl mijn liefje heroische daden gaat verrichten om
ons huis te vrijwaren van dit monster. Enzo huilt, ik voel de koude rillingen
over mijn rug en Gerard zet zich klaar...
Loeihard
duwt hij het stuk keukenrol op het monster, dat zich met al zijn poten verweert,
zich los worstelt, en uiteraard... weggeraakt! De klopjacht wordt verder gezet
op de grond; Enzo huilt harder, ik ril harder, Gerard vloekt... Maar alle goden
en godinnen dank: het is niet opgewassen tegen een maat 43!
Vol trots
raapt Gerard het overwonnen monster op met de keukenrol, vaag trekt het nog
even met een pootje als hij het in het papiertje wikkelt en in mijn handen
duwt. Enzo stopt bijna met huilen, ik ril alsof ik me in een ijskelder bevindt
en voor Gerard is de kous af. Ik ren naar het toilet, dump het papier met
inhoud en spoel door terwijl mijn mannen zich naar buiten haasten.
Hoewel ik
ondertussen ook al lang vertrokken moest zijn, wacht ik even en spoel opnieuw
door. Gewoon, voor de zekerheid. Nog steeds gruwend trek ik mijn jas aan, pak
mijn handtas, ren opnieuw naar het toilet en spoel toch nog eens. In de gang is
een vage smeer het enige dat rest van het spannende schouwspel dat zich slechts
minuten eerder afspeelde.
Tijd om dat
nog weg te werken is er echt niet meer en ik haast me naar buiten. Terwijl ik
de deur dichttrek werp ik nog een blik in de gang. En dan besef ik het...
Leven die
monsters niet altijd per twee?